Aanwijzing van de functionaris voor gegevensbescherming
1. De lidstaten schrijven voor dat de verwerkingsverantwoordelijke een functionaris voor gegevensbescherming aanwijst. De lidstaten kunnen gerechten en andere onafhankelijke rechterlijke autoriteiten van die verplichting vrijstellen bij de uitoefening van hun rechterlijke taken.
2. De functionaris voor gegevensbescherming wordt aangewezen op grond van zijn professionele kwaliteiten en, in het bijzonder, zijn deskundigheid op het gebied van de wetgeving en de praktijk inzake gegevensbescherming en zijn vermogen de in artikel 34 bedoelde taken te vervullen.
3. Voor verschillende bevoegde autoriteiten kan, rekening houdend met hun organisatiestructuur en omvang, één functionaris voor gegevensbescherming worden aangewezen.
4. De lidstaten schrijven voor dat de verwerkingsverantwoordelijke de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming openbaar maakt en deze aan de toezichthoudende autoriteit meedeelt.